Duits blijft onmisbaar voor bedrijfsleven

Duits blijft onmisbaar voor bedrijfsleven

5 maart 2012

De Duitse taal blijft voor Nederlanders onmisbaar om succesvol zaken te doen met de oosterburen. Veel Nederlandse ondernemers zijn ontevreden met de taalkennis van hun eigen medewerkers en zouden graag beter onderwijs zien. Dat bevestigt een nieuwe enquete van de Nederlands-Duitse Handelskamer (DNHK) en exportorganisatie Fenedex.


Beide organisaties hebben in februari 2012 hun Nederlandse leden ondervraagd. Resultaat: 87 procent van de respondenten geeft aan dat het Nederlandse bedrijfsleven meer omzet in Duitsland zou kunnen behalen wanneer men de Duitse taal beter zou beheersen. 86 procent ziet het beheersen van de Duitse taal als absolute voorwaarde om met succes naar Duitsland te kunnen exporteren. Minder dan een derde van de respondenten (29,5 procent) beoordeelt de Duitse taalkennis van de eigen medewerkers als voldoende om aan de verwachtingen van Duitse zakenpartners te voldoen. 66,3 procent vindt de Duitse taalkennis van zijn medewerkers onvoldoende.

 

Duitsland is voor het Nederlandse bedrijfsleven met afstand de belangrijkste exportmarkt. Bijna twee derde van het BNP bestaat uit export. In 2011 heeft de export van goederen en diensten richting Duitsland volgens actuele cijfers van het CBS een bedrag van 90 miljard euro bereikt. "Daardoor mogen we ons echter niet laten misleiden", vindt Bart Jan Koopman, directeur van Fenedex. "De meertaligheid van Nederlanders neemt in rap tempo af. Steeds minder mensen leren naast het Engels nog een andere vreemde taal op goed niveau."

 

Engels geen alternatief

Ook al geeft 57 procent van de ondernemers aan dat Duitse zakenpartners inmiddels ook Engels als onderhandelingstaal accepteren, toch vindt slechts 7,7 procent van de respondenten Engels alleen voldoende. Bijna negen van de tien deelnemers aan de enquête (87,1 procent) zijn van mening dat er met Engels alleen geen succesvolle exportactiviteiten in Duitsland op te bouwen zijn. "Stel je probeert een opdracht te krijgen van een familiebedrijf in Zuid-Duitsland en moet meedingen tegen een aantal Duitse bedrijven", zegt Dick de Boer, voorzitter van de DNHK. "Met een Engelstalige presentatie en onderhandeling heb je dan een grote handicap en moet je zeker twee keer zo goed zijn als de concurrentie. Op die manier blijven nu al veel opdrachten liggen die anders naar Nederland zouden kunnen komen."

 

Spreken belangrijker dan schrijven

Veel deelnemers maakten gebruik van de mogelijkheid om met eigen voorstellen te komen. Vaak komt daarbij de wens naar voren om van Duits weer een verplicht vak te maken. Sommigen pleiten er zelfs voor om Duits al op de basisschool te onderwijzen, naast het Engels. Wat echter vooral opvalt is dat actief spreken, uitspraak en vocabulaire volgens velen meer gestimuleerd moeten worden en belangrijker worden geacht dan een perfecte beheersing van de grammatica. De nadruk in het huidige onderwijs ligt wat dat betreft volgens velen verkeerd, wat ook de populariteit van het vak niet ten goede komt.

 

Koopman: "In Duitsland is het taalbewustzijn vergeleken met Nederland veel groter. Wil je op de Duitse markt succesvol zijn en serieus genomen worden, mag je eigenlijk niet met gebrekkig Duits aankomen." De basis voor meertaligheid moet worden gelegd in het voortgezet onderwijs, benadrukt DNHK-voorzitter De Boer. "Maar ook in het beroepsonderwijs en het hoger onderwijs moet een tweede vreemde taal, en dan met name Duits, meer gewicht krijgen."

 



Over DNHK

De Nederlands-Duitse Handelskamer (DNHK) bevordert al meer dan 100 jaar de Nederlands-Duitse zakelijke betrekkingen. De DNHK is een vereniging met een ledennetwerk van meer dan 950 bedrijven uit beide landen. Naast dienstverlening als marktanalyses, juridisch advies of personeelsbemiddeling biedt de Handelskamer ook interculturele trainingen en taalcursussen aan. De DNHK is ook een belangrijke vertegenwoordiging van Nederlandse en Duitse interessen tegenover overheden in beide landen.

 

Over Fenedex

Fenedex is dé particuliere ledenorganisatie van en voor het internationaal opererende bedrijfsleven. Fenedex brengt die kennis en ervaring bij bedrijven binnen die hen in staat stelt zo succesvol mogelijk te ondernemen op buitenlandse markten. Fenedex werd in 1954 opgericht door een tiental exporteurs die onderling kennis en ervaring wilden uitwisselen met als doelstelling: bevordering van de kwaliteit van het exporteren en internationaliseren van het Nederlandse bedrijfsleven in het algemeen en die van de leden in het bijzonder. Inmiddels telt Fenedex ruim 1200 leden en is daarmee de grootste onafhankelijke Nederlandse organisatie van exporterende en internationaliserende bedrijven.