www.brabantsdagblad.nl
Nederland moet leren van de Duitse maakindustrie
Auteur: door Lambert van Nistelrooij | donderdag 07 juni 2012 | 09:31 | Laatst bijgewerkt op: donderdag 07 juni 2012 | 09:33
'Het Griekse drama leert dat een land zonder productie, export en diensten geen blijvende welvaart overeind kan houden'.foto Jerry Lampen/ANP
Daarbij komt dat ook het Nederlandse imago in Brussel onder druk is komen te staan. Met het oog op de Kamerverkiezingen bepleit ik een meer offensieve Europastrategie. Een strategie waar niet enkel wordt ingezet op de afdracht aan Europa, maar ook op de opbrengsten. Daarbij doet Nederland er goed aan dicht bij onze Oosterburen te blijven: liever een goede buur, dan een verre vriend.
De eigenzinnige positie van Nederland doet in Europa de wenkbrauwen fronsen. Zo hebben collega's mij regelmatig aangesproken op het Polenmeldpunt van de PVV. Vertegenwoordigers uit de Midden- en Oost-Europese landen, voelen zich beledigd. Men begreep niet dat de Nederlandse regering dergelijk gedrag van een gedoogpartner accepteert. Het onbegrip is verder gevoed door de tegensputterende Nederlandse opstelling rond de toetreding van Bulgarije en Roemenië tot het Schengengebied en rond de gezinshereniging. Onbegrip omdat men het niet 'Nederlands' vindt zich af te keren van de Europese integratie.
Ondertussen wil de nieuwe Franse president Hollande ruimte scheppen door de EU gezamenlijk overheidsschulden op te laten kopen. Maar Duitsland kiest inmiddels voor een andere weg: investeren op hoogwaardige productie en diensten. De Duitse maakindustrie blijft ondanks concurrentie uit Azië volop aan de bak.
Het wordt hoog tijd voor meer Europese trots. 'Made in Europe' horen we veel te weinig. "Overal op de wereld zijn onze producten geliefd, behalve in Europa", aldus de CEO van Liebherr, bekend van de graafmachines en kranen.
Duitsland investeert méér dan Nederland in zijn industriële ontwikkeling en geeft prioriteit aan de opleiding van technisch personeel. Men weet het verdienvermogen van hoogwaardige productie op de juiste waarde te schatten.
Welnu, Nederland is vooral een land van logistiek, kennis en diensten. Door de crisis staat het belang van hoogwaardige maakindustrie, de agrarische sector, chemie en toptechnologie opnieuw in de schijnwerpers. Het Griekse drama heeft geleerd dat een land zonder productie, zonder export en diensten ook geen blijvende welvaart overeind kan houden. Het is de geest van ondernemers zoals Wim van der Leegte, die hier doorklinkt. Hij houdt met VDL in Brabant zo'n 7000 arbeidsplaatsen in de metaalsector in de benen. Hij kiest voor productie in Europa, ook in een tijd dat de mondiale concurrentie hevig is.
Met het oog op de aanstaande Kamerverkiezingen is het geen luxe de Duitse aanpak eens goed te bestuderen.
Door slimme samenwerking met de Duitse kennisinstellingen kan ook Nederland zich versterken. Denk maar eens aan de Automotieve Campus in Helmond. Samenhangende investeringen helpen de EU verder. Daar profiteert ook Nederland van. Door in de stuwende sectoren te investeren en de beste regio's, zoals Brainport Eindhoven meer ruimte te geven, pakken we de weg naar boven. Nederland heeft de afgelopen jaren 4 miljard aan EU-projecten binnengehaald. Het Brussels geld kan met de Nederlandse topsectoren op korte termijn bijdragen aan onze concurrentiekracht.
Europa hoeft niet méér geld te krijgen, maar de uitgaven moeten meer worden ingezet voor de noden van de industrie en de dienstensector. Dit is de koers, die ik als rapporteur ook in het Europees Parlement inzet.
Lambert van Nistelrooij uit Diessen is CDA-Europarlementariër en rapporteur EU-toekomstfondsen. Hij is tevens oud-gedeputeerde van Noord-Brabant.