www.buitenlandsemarkten.nl

De zakelijke mores in… China

‘China aan de patat, kroket, stroopwafel, poffertjes en pannenkoeken.’ Horecaman Paul Brugmans over zakendoen in China.

Als het aan de Amsterdamse ondernemer ligt, gaat in september de eerste vestiging van zijn Nederlandse snackketen Treat open in Beijing. Daarna moeten meer zaken volgen. En gaat het echt hard, dan sluit hij zelfs een verhuizing met het hele gezin naar China niet uit.

Bloembollen

In Nederland timmert ‘horecaman in hart en nieren’ Paul Brugmans flink aan de weg met de falafal-kroket en de biologische sandwiches van CookingPapa. Hij stond dan ook niet meteen te springen toen hij drie jaar geleden op de Horecava werd aangesproken door Yun: een Chinese vrouw die handelt in bloembollen en verrukt reageerde na het proeven van zijn falafel-kroket. Of hij geen zin had om samen met haar een Hollandse snackketen in China op te zetten.

Investeren in relaties

Pas toen Ralph de Metz – bevriend eigenaar van een Utrechts FEBO-filiaal – besloot mee te doen, trok hij de stoute schoenen aan. Twee jaar lang trokken ze bij wijze van pilot langs tien Chinese steden tijdens een soort ‘Floriade’. Yun met de bloembollen, de mannen met de snacks. Grote aantallen Chinezen stonden in de rij voor de Nederlandse producten met als grootste hit: de stroopwafel. Het begin van een groot avontuur.


Brugmans: “Ik ben inmiddels zo door het project gegrepen, dat zelfs als het mislukt, ik er positief op zal terugkijken. Door de grootte en de onontgonnen mogelijkheden is zakendoen in China één groot avontuur en iets wat je gewoon moet ondergaan. Zaken doe je vooral in het informele circuit en investeren in de relatie is hierbij superbelangrijk. Je moet veel met ze uit eten gaan en vooral: héél veel drinken. De beste zaken doe ik om vijf uur ’s nachts in de karaokebar. Wees dus outgoing en blijf niet op je hotelkamer zitten.’

Chique diner in trainingspak

Wat zakendoen in China lastig maakt is natuurlijk de taal. Paul en Ralph hebben gelukkig Yun als tolk en rots in de branding. Ze kent de wegen, de gebruiken, de do’s en dont’s. Kleur van het logo? Kies vooral rood! Niet vergeten op de menukaart: soep! Uitnodiging voor een etentje? Gaan! “Die-en-die kan komen, zegt ze dan, die doet in koelkasten en dat moeten we nog regelen.”
“Qua gebruiken is niet alleen het spugen en boeren iets waar je even aan moet wennen, maar ook bijvoorbeeld hoe ze zich kleden. We gingen een keer chique uit eten met een man die we nodig hadden voor een vergunning en waarvan we wisten dat hij 15.000 man personeel heeft. Wij strak in het pak, komt hij in een felgekleurd trainingspak aanlopen met zijn onderbroek erboven uit!”

Onzekerheid en flexibiliteit

Inmiddels zijn ze in China druk bezig een fabriekje op te zetten en een pand te zoeken, terwijl in Nederland het concept tot in detail wordt uitgewerkt. In september moet de eerste vestiging een feit zijn en als het aanslaat kan het hard gaan. “Misschien is de belangrijkste tip wel dat je helemaal niets kunt voorspellen. September kan ook zomaar een paar maanden later worden, maar het kan ook zijn dat we eind dit jaar al ons vierde filiaal openen. Die onzekerheid en flexibiliteit, daar moet je tegen kunnen. Maar een beetje ondernemer zit dat gelukkig in het bloed.”

Verken uw kansen in China