De High Tech Campus bewijst dat de fysieke plek er nog altijd toe doet

Het is een gure, regenachtige middag als ik vanuit het noorden de High Tech Campus op fiets. Meteen raak ik onder de indruk van het prachtige landschapsontwerp. De Campus oogt als een groen park, tussen de bedding van het riviertje ‘De Dommel’ in het noorden en de snelweg in het zuiden. Brede fietspaden kronkelen tussen grasvelden en plantsoenen met jonge berken door.  Auto’s ontbreken en alles is keurig onderhouden.

juurlinkgeluk-hightechcampus

Onderweg naar het hart van de Campus zijn de eerste gebouwen te zien: kantoren met veel glas en metaal in de gevel. Het doet me denken aan de high-tech architectuur waarmee de Engelse toparchitecten Norman Foster en Richard Rogers bekend zijn geworden. Binnen zijn de lichten aan en dus kan je diep de kantoren binnenkijken. Bij zoveel openheid voel ik me een voyeur.

Ten slotte kom ik bij ‘The Strip’ in het hart van de Campus. Dit gebouw doet zijn naam eer aan: het is een 400 meter lange structuur, geplaatst langs een grote waterpartij. In The  Strip zijn restaurants, winkels en andere centrale faciliteiten van de Campus gevestigd. In het Grand Café van de Strip heb ik een afspraak met Jacky Wassenberg, communications manager van de High Tech Campus. Omringd door borreldrinkende groepjes techneuten en met uitzicht over het water, vertelt ze me een enthousiast verhaal over het doel en functioneren van de High Tech Campus.

Het eerste dat ze me vertelt is dat de 103 Ha grote campus géén normaal bedrijventerrein is, maar een  open innovatie terrein. Daarmee is de Campus de fysieke afspiegeling van het in de jaren ’90 door bedrijfskundige Henry Chesbrough afgeleide Open Innovation concept. Dit houdt in dat bedrijven niet langer hun research, productie, design en marketing in eigen hand houden, maar hun knowhow gecontroleerd met elkaar delen. Zodoende is de High Tech Campus bedoeld als een terrein waar bedrijven hun kennis, kunde en faciliteiten delen in de ontwikkeling van nieuwe technologie. De uitstraling met veel glas en de centralisatie van gedeelde voorzieningen in ‘The Strip’ draagt hieraan bij.

Het idee van een open innovatie terrein ontstond gaandeweg het ontwikkelproces van de Campus. Reeds vanaf de jaren ’60 was het Eindhovense technologieconcern Philips op de locatie gevestigd. In de jaren ’90 besloot het haar onderzoeksafdelingen, die toen nog verspreid waren over Eindhoven, op één locatie te verenigen. Hiervoor viel het oog op de locatie ten zuiden van Eindhoven. In eerste instantie zou de nieuwe campus alleen voor Philips toegankelijk zijn, maar door een verandering van strategische koers werd het een terrein voor Philips en ‘vrienden van Philips’. Zodoende ontwikkelde het ontwerp zich tot een open park met gedeelde en afgeschermde gebouwen, al naar gelang Philips een onderneming met een ander bedrijf deelde of niet.

Gedurende de tijd zette de trend van open innovation door. Philips ging joint-ventures aan en trok nieuwe partijen naar de Campus, terwijl binnen Philips bedrijfsonderdelen zich afsplitsten, maar op de Campus bleven. Ten slotte trok de Campus óók technologische bedrijven die helemaal niet aan Philips gerelateerd zijn, zoals het Amerikaanse Intel.

Anno 2013 is de omvang van de Campus verdubbeld en biedt momenteel plaats aan 8000 werknemers. Daarvan is het gebruiksaandeel van Philips inmiddels minder dan de helft. Geen wonder dat de laatste stap in het proces in 2012 werd genomen: óók de Campus werd een zelfstandig bedrijf en Philips veranderde van eigenaar in huurder. De overname van de Campus door een groep investeerders was één van de grootste van 2012, het is een succesverhaal.

Hoe wakkert het ontwerp van de Campus de uitwisseling tussen bedrijven aan? -Hierin speelt de Strip een zeer belangrijke rol. Omdat dit gebouw een veelheid aan voorzieningen huisvest (restaurants, Grand Café, bankfiliaal, verzekeraar, kapper, supermarkt, fitness en congrescentrum) kán je als medewerker op de Campus niet om dit gebouw heen. Daarbij wordt de Strip actief ‘geprogrammeerd’ met uiteenlopende activiteiten: van congressen tot fietsmarkt, van sportevenementen voor werknemers tot technische lezingen. Grote kans dat  een medewerker van bedrijf A een medewerker van bedrijf B al eens heeft ontmoet vóórdat deze een officiële samenwerking aangaan.

Een ander interessant effect van het centreren van de restaurants is dat medewerkers in de lunchpauze hun gebouw verlaten en een wandeling maken naar de Strip. Omdat techneuten vooral met hun hoofd werken, zorgt de gang door het prachtige landschapspark voor een aangename verfrissing. Daarnaast zorgt het delen van de lunchvoorziening met andere bedrijven voor integratie van medewerkers binnen bedrijven. Naaste collega’s klonteren samen voor de lunch, alsof je met een paar bekenden in een vreemde stad afspreekt.

Kortom: het succes van de High Tech Campus is te verklaren door het uitgekiende totaalontwerp met daarin opgenomen de verschijningsvorm van gebouwen, het verzorgde landschap en het centrale gebouw aan het water. Het toont dat de kwaliteit van de fysieke omgeving ertoe doet. Want je kan met al die snelle verbindingen dan wel net zo goed op afstand werken, tegen een Campus met zo’n gebalanceerd gebruik en goede uitstraling kan geen thuiswerkplek op….

Pepijn Bakker, april 2013

Volg hier de wekelijkse update van dit blog op twitter.

Klik hier voor meer bedrijfsgebouwen en hier voor meer projecten uit de jaren ’00 en hier voor meer projecten uit Eindhoven.