Franse groente- en fruitteelt verliest steeds verder terrein - oa door gebrek aan internationalisering

Maar de Franse import groeit flink! Ondanks de omvangrijke eigen productie, is Frankrijk een netto importland voor zowel groenten als fruit. Voor de top-3 geïmporteerde groenten (tomaat, sla en meloen) zijn de drie grootste leveranciers Spanje, Marokko en Italië. De Nederlandse groente-export naar Frankrijk beslaat vooral witlof, ui, komkommer, prei, wortel, knoflook, asperge en tomaat. Het valt op dat het Nederlandse aandeel in importtomaten relatief klein is. Spanje en Marokko domineren de importmarkt van tomaat (in de winterperiode) en de Nederlandse positie is vergelijkbaar met België.

Voor de top-3 geïmporteerde fruitsoorten (aardbei, druif, perzik/nectarine) zijn de top-3 landen: Spanje, Marokko en Italië. Voor de Nederlandse fruitexport naar Frankrijk zijn de volgende fruitsoorten van belang: peer, appel, pruim. België troeft Nederland af bij de export van peer, terwijl Frankrijk voor peer een zeer belangrijke importmarkt is. Ook voor wat betreft de export van appel moet Nederland België laten voorgaan.



Matige concurrentiekracht
In zijn algemeenheid verliest het zuiden van Frankrijk het in de winter van Spanje, Marokko en Italië en in de zomer van Nederland, België en Duitsland. Geen optimistisch beeld dus. Niettemin is Frankrijk voor verscheidene producten nog steeds een zeer belangrijke speler. Zoals voor bloemkool, sjalot en veldsla. Niettemin verliest Frankrijk vrijwel over de gehele linie aan concurrentiekracht. Twee producten worden eruit gelicht, om naar de oorzaken van dit verlies van concurrentiekracht te kijken, te weten sla en tomaat.

Voor sla blijkt uit een studie van FranceAgriMer dat Frankrijk fors inboet aan productiecapaciteit en het productieareaal inkrimpt in Zuid-West-Frankrijk en de regio Roussillon. Als hoofdoorzaak worden de stijging van productiekosten (hoofdzakelijk arbeidskosten) per eenheid product gezien. Met als gevolg scherp toegenomen concurrentie in de winterperiode (met Spanje, Italië) én in de zomerperiode (met Duitsland). Nog steeds heeft Frankrijk een aantal troeven op de exportmarkten met goede marktaandelen op de Duitse en Engelse markt en met een goede merkbekendheid. De klimatologische omstandigheden zijn voor de productie ook zeer gunstig en de positie op de grote thuismarkt is zeer sterk (Franse consumenten geven de voorkeur aan een Frans product).



In de beoordeling van de concurrentiekracht van de Franse tomaat met de belangrijkste concurrenten, eindigde Frankrijk in de analyse van France AgriMer op een vijfde plaats, na Nederland, Spanje, België en Italië. Ook voor tomaat zijn de hoge arbeidskosten in combinatie met achterblijvende productiviteit de belangrijke oorzaak voor verlies aan concurrentiekracht. Verder speelt ook een rol dat weinig is geïnvesteerd in modernisering van de productiefaciliteiten. De energiekosten spelen dan ook een relatief steeds grotere rol voor de kastomaat. Niettemin geldt ook voor de Franse tomaat een goede merkbekendheid, een goed marktsegmentering en een sterke thuismarkt, want de consument geeft aan het Franse product immers de voorkeur.

Kasgroententeelt loopt achter
Het areaal groententeelt in kas omvat 1054 hectare (2011), waarvan 87% wordt gebruikt voor de productie van tomaat en 13% voor komkommer. Over de periode 2007-2011 is dit areaal met 17% (210 hectare) teruggelopen. De twee belangrijkste centra voor kassenteelt zijn Bretagne (428 hectare) en Rhône-delta (327 hectare), met kleinere concentraties in het Loiredal (182 hectare), Noord-Oost-Frankrijk (61 hectare) en Zuid-West-Frankrijk (57 hectare). In al deze centra neemt het areaal af, echter het minst in Bretagne. Wat betreft investeringen heeft de Franse kassensector kansen laten liggen om gebruik te maken van EU-moderniseringsfondsen. De investeringen die worden gedaan, zijn vooral gericht op effectiever gebruik van energie (energiescherm, warmwateropslag). Bretagne ligt qua modernisering van de kassenteelt voor op Rhônedal, maar daar lijkt nu sprake van meer dynamiek.

Kansen voor Nederlandse tuinbouwketen
Qua productieomstandigheden doet Bretagne niet onder voor Nederland. Ook hebben de producenten zich behoorlijk georganiseerd en weten zij bijvoorbeeld merken in de markt te zetten (Prince of Bretagne en Savéol). Echter, voor Nederland zijn de organisatiegraad van de keten, de afzetorganisatie en de nabijheid van de grote consumentmarkten sterke punten. De terugloop van de groenteproductie in Frankrijk biedt verruimde afzetmogelijkheden voor Nederland. Het productiepotentieel blijft vooralsnog zeer belangrijk. Inputs als groentezaden of jonge appelbomen zijn dan ook belangrijk (moderniseringsprogramma fruitboomgaarden). Maar ook in de kassenbouw wordt gemoderniseerd en lijkt er, zeker in het zuiden van Frankrijk, sprake van een nieuwe dynamiek, met dus kansen voor Nederlandse toeleveranciers.

Bron: Berichten Buitenland, Nico van Opstal, Landbouwraad Parijs

Publicatiedatum: 10-10-2013